De beken en sloten zijn goed gevuld en de grondwaterstanden zijn hoog. Op sommige plekken is er grondwateroverlast. Maar het vele water geeft geen garantie om een droge zomer door te komen. De vele regen die de afgelopen maanden is gevallen, zegt nog niks over het weer deze zomer. Het kan dan zomaar ineens maanden droog zijn. Waterschap Brabantse Delta houdt daarom het water zoveel als mogelijk vast in het gebied waar we geen extra water kunnen aanvoeren. Hierdoor ontstaat er een buffer die we kunnen gebruiken tijdens droge periodes.

Een nieuwe kijk op waterbeheer 

Droge zomers komen steeds vaker voor in Nederland. Zo behoorden de zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 tot de 5% droogste zomers ooit. Daarom werken waterschappen met de collega’s van de agrarische sector, natuur- en terreinbeheerders, gemeenten, Rijkswaterstaat, provincies en drinkwaterbedrijven aan een structurele aanpak om droogteproblemen tegen te gaan. Waar ons gebied eerst vooral gericht was op het afvoeren van water wordt er nu ook werk gemaakt van het vasthouden van water en het vergroten van de watervoorraad. Denk hierbij aan de herinrichting van beken, het stimuleren van afkoppelen, het infiltreren van regenwater en het hergebruik van gezuiverd rioolwater.

Niet alles kan overal

We zijn constant bezig met de toekomst en het inspelen op veranderende omstandigheden. Doordat het weer steeds extremer wordt, kunnen we vanuit het waterbeheer niet alle functies altijd meer faciliteren en moeten er keuzes worden gemaakt in de ruimtelijke inrichting. We zijn er voorstander van dat water en bodem sturend moeten zijn bij ruimtelijke inrichting om zo problemen in de toekomst te voorkomen.

Werkgebied Brabantse Delta 

Ons werkgebied is het deel van de provincie Noord-Brabant dat ligt ten westen van de lijn Waalwijk/Baarle-Nassau en ten zuiden van het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas. Je kunt het gebied opdelen in twee delen: 

  • in het poldergebied (groengekleurd in afbeelding naast deze tekst) kunnen we het water gebruiken uit grote rivieren. Dit water verdelen we via stuwen en gemalen. 
  • in het vrij afwaterende gebied (geelgekleurd in afbeelding naast deze tekst) zijn we afhankelijk van neerslag. Dit zijn meestal zandgebieden die iets hoger liggen. We hebben in dit gebied geen mogelijkheid om water in te laten uit grote rivieren.  

Water vasthouden in vrij afwaterende gebieden 

Waterschap Brabantse Delta gaat in de vrij afwaterende gebieden water vasthouden wanneer de weersomstandigheden daarvoor geschikt zijn. In deze gebieden kan het waterschap geen extra water aanvoeren. Een gegarandeerd waterpeil is dus niet mogelijk in de vrij afwaterende gebieden. Het vasthouden van water in sloten en beken gebeurt alleen wanneer dit mogelijk is. Deze maatregel neemt het waterschap om zich voor te bereiden op eventueel droge periodes. Met dit vastgehouden water kunnen we zorgen dat beken en sloten minder snel droogvallen. Maar ook om verdroging van natuur en landbouw zo lang mogelijk uit te stellen zonder water uit de grond te halen. Je zou denken dat we na al die regen genoeg water hebben om lange tijd mee vooruit te kunnen. Niets is minder waar. In de zomer is de watervraag groot. Ons watersysteem kan niet genoeg water opvangen om een lange, droge zomer door te komen. Ook al gaan we met een hoge grondwaterstand het voorjaar in. Door deze maatregel proberen we de gevolgen van een droge periode uit te stellen. 

Wat doen we in de polders? 

We zijn in dit gebied minder afhankelijk van neerslag. Boven het poldergebied stroomt een grote rivier en er zijn kanalen in dit gebied. Deze rivier en de kanalen voorzien het poldergebied van water zolang de waterkwaliteit daarvoor geschikt is. Met inlaten zorgen we er voor dat het water uit de rivier en kanalen in ons poldergebied komen. In het poldergebied houden we op dit moment nog geen extra water vast maar hanteren we het normale peilbeheer.