Wanneer er minder dan 150.000 kubieke meter grondwater per jaar wordt onttrokken voor industriële doeleinden, is het waterschap bevoegd gezag voor de onttrekking.

Als het meer is dan 150.000 kubieke meter per jaar, dan is de provincie bevoegd gezag. In principe worden geen nieuwe vergunningen meer verleend voor industriële onttrekkingen.

Bij eventuele aanvragen voor nieuwe onttrekkingen of uitbreidingen van bestaande onttrekkingen zal altijd getoetst worden of het grondwater gebruikt gaat worden voor menselijke consumptie. Grondwater is hier primair voor bedoeld. Er wordt ook gevraagd alternatieven in te zetten zoals leidingwater, oppervlaktewater of hergebruik van (gezuiverd) afvalwater.

Voor meer informatie zie hoofdstuk 22 van de Beleidsregels(externe link).

Vormvrije mer-beoordeling

Voor grondwateronttrekkingen en infiltraties die vergunningsplichtig zijn (o.b.v. de Waterwet of de Keur) moet op grond van het Besluit milieueffectrapportage ook altijd een vormvrije mer-beoordeling uitgevoerd worden. In die mer-beoordeling moet worden nagegaan of er (mogelijk) belangrijke negatieve gevolgen voor het milieu kunnen optreden door de voorgenomen activiteit.

Procedure:

  • De initiatiefnemer stelt een aanmeldingsnotitie op en dient dit in bij het waterschap;
  • Het waterschap neemt op basis van de aanmeldingsnotitie binnen 6 weken een mer-beoordelingsbesluit;
  • Dit mer-beoordelingsbesluit moet bij de aanvraag van een watervergunning worden toegevoegd.

Wil je meer weten over andere categorieën grondwateronttrekkingen? Kijk dan op de pagina Onttrekken van grondwater.