Waterbesparende maatregelen voor beregening
Brabant heeft snel last van droogte. Grondwater is dan hard nodig voor landbouw, drinkwater en natuur. Daarom zijn waterbesparende maatregelen nodig. Hoeveel maatregelen je moet nemen verschilt per gebied.
Waterbesparende maatregelen die je kan nemen vind je op deze pagina
| Maatregel | Hoe | Effect |
|---|---|---|
| Kavelsloot dempen of gebruiken om water vast te houden | Je dempt een sloot van minimaal 50 meter. Of je verhoogt een duiker of de slootbodem met 25 centimeter. Je kunt ook een LOP-stuw in de sloot plaatsen. | Regenwater kan beter in de bodem zakken. Daardoor blijft de grond langer vochtig en hoef je in droge perioden minder vaak te beregenen. |
| Peilgestuurde drainage aanleggen | Je laat peilgestuurde drainage aanleggen. En je zorgt ervoor dat grondwater in droge periodes niet wordt afgevoerd. Je moet de drainage dus ook echt gebruiken. | Met peilgestuurde drainage kun je zelf regelen hoeveel grondwater wordt afgevoerd. In natte perioden stroomt water weg, in droge perioden niet. Dit helpt om de bodem vochtig te houden. |
| Drainagewater opvangen en opnieuw gebruiken | Je vangt drainagewater op en gebruikt het om te beregenen of te bevloeien. Of je laat dit water direct naar drogere stukken grond stromen. Je pompt pas grondwater op als het drainagewater op is. | Je vangt water dat anders wegstroomt op en gebruikt het opnieuw. Zo gaat er minder water verloren en hoef je minder snel grondwater te gebruiken. |
| Percelen en daken afkoppelen van de hemelwaterafvoer | Je koppelt daken en percelen af van de hemelwaterafvoer. Het regenwater kan dan direct in de grond zakken. | Regenwater gaat niet naar het riool of oppervlaktewater, maar trekt de grond in. Daardoor blijft de bodem langer vochtig en hoef je minder snel grondwater te gebruiken om te beregenen. |
| Grondwal aanleggen | Je legt een grondwal aan rondom een perceel van minimaal 1 hectare. | Regenwater stroomt minder snel weg naar sloten. Het kan daardoor beter in de grond zakken. De bodem blijft langer vochtig en je hoeft minder snel te beregenen. |
| Compost en groenbemesters gebruiken | Je gebruikt regelmatig compost en groenbemesters op je landbouwgrond. | De bodem wordt gezonder en kan regenwater beter vasthouden. Daardoor blijft de grond langer vochtig en hoef je minder snel grondwater te gebruiken. |
| Ploegzool voorkomen | Je ploegt ieder jaar op een andere diepte. Of je gebruikt technieken die de grond niet keren, zoals woelen of spitten. | De bodem blijft gezonder en houdt regenwater beter vast. De grond blijft langer vochtig en je hoeft minder vaak te beregenen. |
| Regenwater opslaan en hergebruiken | Je vangt regenwater van daken of verharding op in bijvoorbeeld een bassin, vijver of grote tank zoals een IBC-container. Dit water kun je gebruiken om te beregenen of in de grond te laten zakken in droge perioden. | Door eerst opgeslagen regenwater te gebruiken, hoef je minder snel grondwater op te pompen. |
| Restwater van derden gebruiken | Je gebruikt niet alleen grondwater, maar ook restwater van anderen. Bijvoorbeeld schoon proceswater of gezuiverd afvalwater van een bedrijf in de buurt. | Als je eerst restwater gebruikt, hoef je minder grondwater te gebruiken om te beregenen. |
| Een zuinig beregeningssysteem gebruiken | Je gebruikt een geautomatiseerd beregeningssysteem dat werkt met bodemvochtsensoren of tijdschakelaars, bijvoorbeeld Beregeningssignaal. Of je kiest voor druppelbevloeiing. | Je beregent alleen wanneer het echt nodig is. Zo verspil je geen grondwater en gebruik je nooit meer dan je gewassen nodig hebben. |
De overige voorwaarden voor een melding bij agrarische beregening. Kan je vinden op de pagina: Agrarische beregening
