Overal in West- en Midden-Brabant is water onlosmakelijk verbonden met het veelzijdige landschap. In steden en dorpen stromen vaarten en singels en in het buitengebied ligt een uitgebreid stelsel van sloten, beken en rivieren. Vaak met een rijke begroeiing langs de oevers. Dit netwerk is belangrijk voor de aan- en afvoer van water. Sommige rivieren zijn ook belangrijk voor de beroeps- en pleziervaart. Maar ook voor een goede waterkwaliteit. En langs de rivieren en beken liggen dijken en kaden. Het gras en andere begroeiing van deze zogeheten waterkeringen en waterlopen maken het landschap mooi en zijn tegelijkertijd van groot belang voor de stevigheid om het achterliggende gebied te beschermen.

Onderhoud is belangrijk

Het waterschap onderhoudt deze sloten, beken rivieren en dijken  zodat we veilig kunnen wonen, werken en genieten. Daarbij houdt het waterschap zich aan wetten en regels. Ook houdt het waterschap zoveel mogelijk rekening met de belangen van aanliggende grondeigenaren, gemeenten en andere belanghebbenden. Dat vergt een zorgvuldige afweging.
 

Nieuwe wet maakt andere wijze van onderhoud noodzakelijk

Voor dat onderhoud en die belangenafweging heeft het waterschap het Algemene Onderhoudsplan voor Watersystemen en Waterkeringen 2020-2030 (AOWW) opgesteld. Hierin vertalen we alle belangen, wetten en het bestuursakkoord van het waterschap naar de nieuwe wijze van onderhoud aan sloten, beken, rivieren èn dijken en kaden.  De belangrijkste aanleiding voor het maken van een nieuw AOWW is de Wet Natuurbescherming. Volgens die wet moet het waterschap meer dan voorheen rekening houden met de natuur in en om watergangen en dijken. Dat zijn de zogeheten ecologische waarden. Die andere wijze van onderhoud sluit aan bij het streven naar een goede waterkwaliteit en vergroting van de biodiversiteit.  De zorg voor het behoud van planten,  zowel onder water als boven water, doet het waterschap al heel lang. We noemen dat ‘gedifferentieerd onderhoud´. We zetten  daar op basis van deze wet nu een volgende stap in! Op sommige plaatsen ‘sparen’ we nog meer planten en bloemen tijdens de onderhoudswerkzaamheden.   

Werkafspraken

Het waterschap legt de werkafspraken vast om te voldoen aan de nieuwe regels en een uniforme aanpak na te streven. Dat gebeurt in de zogeheten Ecologische Werkprotocollen (EWP), mede op basis van inbreng van de Unie van Waterschappen.
Er zijn zes Ecologische Werkprotocollen, voor elk type onderhoudswerk één:

  1. Baggeren en (her)profileren van wateren.PDFlink naar pdf bestand
  2. Begrazen.PDFlink naar pdf bestand
  3. Maaien van waterkeringen, bermen en graslanden.PDFlink naar pdf bestand
  4. Onderhoud van waterkeringen en duikers.PDFlink naar pdf bestand
  5. Schonen en maaien van watergangen en vijvers.PDFlink naar pdf bestand
  6. Snoeien, dunnen en afzetten van houtgewassen.PDFlink naar pdf bestand

Voor deze onderverdeling heeft het waterschap gekozen op basis van eigen ervaring en gesprekken met partners in het werkgebied die betrokken zijn bij het onderhoud.

Wat zie je?

De belangrijkste zichtbare verandering is dat het waterschap selectiever gaat maaien om te voldoen aan de ecologische doelstellingen. Niet meer in ´blokken´ aan beide zijden van een watergang zoals voorgaande jaren het geval was maar aan één hele zijde van de watergang. Daardoor blijft er meer begroeiing staan. Op die manier beschermt het waterschap dieren en planten langs de oevers, kaden en dijken en zorgt zo voor een betere verbinding tussen de leefgebieden van de dieren. Bij dit maaionderhoud let het waterschap uiteraard op het garanderen van voldoende waterafvoer en wateraanvoer. Het waterschap houdt ook zoveel mogelijk rekening met andere belangen, zoals die van hengelsporters en waterrecreanten.
Bij kaden en dijken past het waterschap het sinusmaaien toe. De dijk wordt gemaaid in willekeurige patronen. Deze maaiwijze bevordert de groeistadia van grassen en andere begroeiing op de dijk en helpt zo aan de verbetering van het insectenbestand en de biodiversiteit.

Wat kun je zelf doen?

Deze nieuwe werkwijze, met de nieuwe wetgeving als uitgangspunt, vraagt om begrip van alle belanghebbenden voor een ander aanzicht van oevers en dijken. Waar mogelijk vraagt het waterschap zelfs aan anderen die eveneens onderhoud uitvoeren om ook meer rekening te houden met de biodiversiteit en het (maai-)onderhoud aan te passen. Dat is bijvoorbeeld belangrijk voor het insectenbestand waarbij met name de bijen extra aandacht verdienen. Niet voor niets is het waterschap partner van het Bijenlandschap West-Brabant. Onlangs is het waterschap ook partner geworden van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel(externe link) om invulling te geven aan het bestuursakkoord van het waterschap.

Knelpunten

Uiteraard zijn er plekken waar het lastig is om de nieuwe maaimethoden toe te passen en zo te voldoen aan de nieuwe wetgeving. Het waterschap heeft die zogeheten knelpunten in kaart gebracht. Daarvoor doet het waterschap verder onderzoek en maakt daarbij gebruik van de kennis van medewerkers in het veld en die van andere belanghebbenden. Tot  die tijd kijkt het waterschap naar de meest optimale oplossing.

Het algemeen bestuur van het waterschap stelt heeft het AOWW vastgesteld  op 17 juni 2020. De werkafspraken zijn doorgevoerd binnen het waterschap en afgestemd met de aannemers die een deel van het onderhoud voor het waterschap uitvoeren.

Bekijk het Algemeen Onderhoudsplan Watersystemen en Waterkeringen 2020-2030.pdflink naar pdf bestand

Aannemers onderhoud waterkeringen