Voor de primaire, regionale en overige keringen (dijken) en kaden gelden verschillende normen. Hieronder vind je een overzicht.

Primaire waterkeringen

Dit zijn de belangrijkste dijken. Ze beschermen het gebied tegen hoogwater van zee en van de grote rivieren, bijvoorbeeld Hollands Diep en Amertak. De landelijke Waterwet(externe link) beschrijft aan welke veiligheidsnorm een dijk moet voldoen. Op basis van die normen controleert het waterschap of de dijk veilig is.

Regionale waterkeringen

Een regionale kering in het beheergebied van waterschap Brabantse Delta is een dijk langs de Mark, Vliet, Leurse Haven, Laakse Vaart, Oude Maasje en Roode Vaart. Deze dijk moet het achterland beschermen tegen overstromingen en moet ook voldoen aan een norm. In de Provinciale Waterverordening(externe link) zijn drie soorten regionale keringen vastgelegd:

  • Compartimenteringskeringen: ‘droge' keringen die achter een primaire waterkering liggen. Ze voorkomen dat een groot gebied direct onder water loopt bij een eventuele dijkdoorbraak.
  • Regionale keringen langs de regionale rivieren: de Mark, Vliet, Dintel en Steenbergse Vliet
  • Regionale keringen langs boezemwateren: Roode Vaart Noord en Oude Maasje

De veiligheidsnormen voor deze regionale waterkeringen staan in de Verordening Water Noord-Brabant(externe link). Op basis van die normen brengt het waterschap de regionale keringen op orde. Eens in de vijf à zes jaar worden de dijken getoetst. Uit de toetsing van de dijken in 2013 blijkt dat ruim 65 km dijk verbeterd moet worden en ruim 81 sluizen en gemalen aangepast. Binnenkort start het waterveiligheidsproject.

Overige keringen

Overige waterkeringen noemen we kaden. Deze kleine waterkeringen gaan lokale wateroverlast tegen. De kaden zijn door het waterschap zelf aangewezen en genormeerd.

Hieronder vallen de Laakse Vaart en Leurse Haven.

Hoogtenormen

In deze Beleidsregel hoogtecriteria waterkeringen(externe link) zijn de hoogtenormen vastgelegd waaraan waterkeringen en kaden moeten voldoen. Deze normen zijn van belang bij het toetsen van bijvoorbeeld ontheffingen voor het aanleggen van een leiding door een dijk.